Bulgarije

bulgarije

28 juni 2004, rustdag Ruse

Bijna twee weken reden we door Roemenië. Negenhonderd kilometer over rustige wegen, zandpaden en verkeeraders tussen grote steden. Genoten van de gastvrijheid en de vriendelijke mensen. De karren, de ezels, ganzen en ooievaars. Prachtig. Als toetje sliepen we in een reusachtig hotel. Het had het symbool moeten worden van een communistisch, welvarend land. Maar biedt nu slechts onderdak aan een handje pooiers en hoeren, maffia en af en toe een paar verdwaalde fietsers. De bovenste etages zijn nog niet eens af en zullen ook nooit gereed komen. Een klomp beton in een desolaat gebied. Geen andere klanten. De lift lijkt een kermisattractie met gevaar voor je leven maar brengt ons en de fietsen op de 6e etage. Een mooi uitzicht over de stad en de Donau, maar een kamer tjokvol muggen! Na 5 paspoortcontroles komen we in Bulgarije, Ruse. Een grote drukke plaats met internationaal vrachtverkeer. Plaatsen die je als fietser moet vermijden, maar door een fout in de kaart konden we ergens anders de Donau niet over. Het centrum van Ruse is echter mooi. Geen lompe gedrochten van beton, maar mooie panden aan autovrije schaduwrijke straten. De Bulgaren lopen er mooi bij. Goed gekleed, hippe brillen en kekke mobieltjes. De bank accepteert ons overgebleven Roemeense geld niet. Zeer kenmerkend voor de Roemeense economie. De taxi-chauffeurs bieden een slechte koers en een Bulgaars schoffie kijkt beteuterd naar het gegeven aluminium kleingeld.

Chris

01 juli 2004, Bulgarije

Met z’n tweeën duwen we Gerlindes fietst het dijkje op. Dan komt de mijne. Het is nog vroeg, net 8 uur geweest. In Nederland is het een uur vroeger. Vandaag wordt het heet. Vroeg uit de veren en flink kilometers maken in de frisse ochtend. Het heuvelland ligt er netjes bij. Boeren zijn alweer druk in de weer met hun ezelskarren volgeladen met hooi. Kleinschalige landbouw met veel stukjes bos. De berm staat zo vol met bloemen en kruiden, zodat we de vangrail niet meer zien. Gisteren aan het eind van de dag zochten we weer een plekje om wild te kamperen. Even buiten een dorpje was er een paadje naar rechts. Het ging over in een dijkje. Daar achter stroomde de rivier. Via een geitenpaadje lieten we de fietsen zo wat naar beneden zakken. En daar stonden we de dan, volledig uit het zicht van alles en iedereen. Maar toch nog vol in de avondzon. Tussen de populieren was gelukkig nog wat schaduw. Met een washandje gaat het ergste vuil er wel af. Afdrogen doet de warme wind, scheelt weer een natte handdoek. De tent staat mooi tussen de metershoge distels en brandnetels. De slaapzakken luchten nog even voordat ze de tent ingaan. Rijst met cashewnoten en witte bonen. Smaakt altijd na weer bijna 100 km. Wat verse tomaten, ui en knoflook erdoor. We zorgen goed voor onszelf. Er is yoghurt met Roemeense honing toe. En thee. De zon is inmiddels onder en we genieten van de roep van de wielewaal. Dudeljoho. De vogels met de mooiste kleur geel die er bestaat. Weer zijn er vliegende herten en vuurvliegjes. Dat lijkt net of er rokende mannen aan de overkant lopen. Met een beetje water doe ik de afwas. Er moet nog wat overblijven voor de thee van morgenvroeg. Met één oor luister ik naar de radio, Nederland – Portugal. Met het andere oor naar geluiden die ik niet ken. Krakende takken, beesten, welke? Loopt er een muis in de voortent? Gerlinde slaapt en weet niet dat de voetballers naar huis kunnen. Ik wel, maar hier langs de rivier ergens in Bulgarije, in een volstrekt helder en stille nacht is dat niet belangrijk. Gelukkig maar!

Chris